In de spotlight: team Legal
Wie?
Team: Legal
Challenge: Institutional
Het probleem
Hoewel lokale duurzame energiegemeenschappen een sterke bijdrage leveren aan de versnelling van de energietransitie, dragen ze ook bij aan het vergroten van de transport- en congestieproblematiek. Daar staat tegenover dat zij, als soort ‘energy-hubs’, lokaal vraag, aanbod en opslag op elkaar kunnen afstemmen, om daarmee juist een belangrijke rol te spelen bij het oplossen daarvan.
Momenteel komt deze ontwikkeling echter nog onvoldoende van de grond. De regelgeving is ingewikkeld en het ontbreekt aan coördinatie tussen gemeenten, netbeheerders en ‘energy-hubs’ (waaronder naast lokale energiegemeenschappen ook gesloten distributiesystemen -GDS-en-, recreatie-netten en ander vormen van al dan niet virtuele lokale netten).
Een groot probleem hierbij is dat geen van de drie voornoemde partijen in een positie is om deze coördinatie op zich te nemen: hoewel netbeheerders netdiensten inkopen, past het niet binnen hun taken om flexibiliteit tussen de verschillende marktpartijen te organiseren. Ook is het voor netbeheerders ondoenlijk om er ‘op toe te zien’ dat bij nieuwe gebiedsontwikkelingen rekening wordt gehouden met de aanwezige netcapaciteit. Evenmin is het de rol van gemeenten om marktpartijen te stimuleren samen te werken. Ten slotte is het niet aan de energie-hubs om netbeheerders en gemeenten te vertellen op welke locaties zij flexibiliteit beschikbaar zouden kunnen stellen.
De oplossing
Om de hiervoor beschreven knelpunten weg te nemen zou de regie op de samenwerking tussen gemeenten, netbeheerders en ‘energy-hubs’ neergelegd moeten worden bij een onafhankelijke partij. Deze zou daarbij ook de taak moeten krijgen om de afstemming van gemeentelijke (gebiedsontwikkel-)plannen, lokaal beschikbare transportcapaciteit, lokale elektriciteitsopwek en lokale afstemming van vraag, aanbod en opslag te coördineren.
Die rol lijkt erg vergelijkbaar met die van het Waterschap en zou dus ingevuld kunnen worden door een soort ‘waterschap voor energie’: Het Energieschap.
Het Energieschap gaat daarbij uit van de bestaande structuren in de wereld van A, met daarbinnen de bestaande spelers:
- ‘Energy-hubs’ (lokale energiegemeenschappen GDS-en en lokale energiegemeenschappen), inclusief de manier waarop deze nu wettelijk zijn georganiseerd
- Netbeheerders, inclusief de aan hen opgelegde werkwijzen (Netcodes)
- Gemeentes met hun bouw- én duurzaamheidsopgaven
De rol van het Energieschap is om de hierbinnen ontstane verzuiling te doorbreken en deze partijen samen te brengen binnen één coördinerend platform. Het Energieschap wordt een nieuwe entiteit binnen de energiemarkt. De belangrijkste rol van het Energieschap is het organiseren van de coördinatie tussen gemeenten, netbeheerders en energie-hubs. Het Energieschap zal deze rol alleen kunnen vervullen als zij van ten minste deze drie partijen het vertrouwen krijgt om deze rol op zich te nemen.
Het Energieschap kan een nieuwe entiteit worden, die regionaal de coördinatie tussen de eerder genoemde partijen (‘energy-hubs’, netbeheerders, gemeenten) organiseert en daarmee een verbeterde afstemming tussen vraag en aanbod, opslag van elektriciteit, vraag naar flexibiliteit en allocatie van nieuwe projecten waarborgt.
Het Energieschap kan daarnaast ook zorgen voor kennisbundelingen en uitwisselingen van ‘best practices’ én zou op basis van de binnen gezamenlijk geïdentificeerde knelpunten aanbevelingen kunnen doen voor eventuele aanpassingen in wet- en regelgeving.
Naast de ‘energy hubs’, de netbeheerders en de gemeenten zouden ook de provincies, de GSP’s (Congestion Service Providers), de BRP’s (Balancing Responsible Parties), waaronder ook de energiebedrijven, de ACM en de wetgever mogelijke stakeholders binnen het Energieschap kunnen/moeten zijn.
Aanpak
Om het Energieschap zo in te richten dat het daadwerkelijk de huidige impasse kan doorbreken zal eerst bij de primair betrokken partijen (gemeenten, netbeheerders en energie-hubs) geïnventariseerd moeten worden welke wensen zij hebben ten aanzien van het Energieschap en aan welke eisen en randvoorwaarden het Energieschap minimaal moet voldoen. Daarnaast zal ook bij andere belanghebbenden, zoals de wetgever, de toezichthouder, de BRP’s (waaronder ook de energiebedrijven) en de CSP’s opgehaald moeten worden welke rol en plaats het Energieschap volgens hen zou moeten krijgen.
Vervolgens zal in overleg met ACM en de wetgever afgestemd moeten worden hoe het Energieschap ingericht moet worden en welke bevoegdheden en verplichtingen zij krijgt. Ook zal daarbij een beeld gevormd moeten worden van de samenstelling van de Energieschappen en hoe de leden aangewezen of gekozen moeten worden.
De inventarisaties en overleggen zouden binnen drie maanden plaats kunnen vinden. Op basis van deze inventarisaties en overleggen kan dan bepaald worden of en in welke vorm de inrichting van Energieschappen haalbaar is.
Vervolgens zou een ‘pilot-Energieschap’ ingericht kunnen worden. Dit proces zal ongeveer zes maanden in beslag nemen. Hiermee wordt dan ervaring opgedaan met betrekking tot onder andere coördinatie tussen de drie hoofdrolspelers en inrichting en organisatie.
Hulpvraag
Om dit te kunnen realiseren zoek wij
- Financiële steun voor het uitvoeren van de inventarisaties, het voeren van de overleggen en het formuleren van een voorstel voor de inrichting en werkwijze van de Energieschappen
- Steun en mandaat van de betrokken partijen, met name de netbeheerders, enkele betrokken gemeenten, het NP-RES, en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat bij het uitvoeren van de inventarisaties en het voeren van de overleggen met de betrokken partijen
- Inhoudelijke ondersteuning, betrokkenheid en commitment van de bij het Energieschap te betrekken partijen
Wil je contact opnemen met team Legal? Mail dan naar Job Swens via: job.swens@J-OB.nl.